Aan het begin

In de eerste weken van de opleiding kregen we de vraag hoe je over wiskunde dacht en wat je visie was over wiskunde. Vanuit mijn pitch en het ingeleverde verhaal wat ik erover geschreven heb, kwam naar voren dat ik leerlingen vooral het oplossen van sommen wilde leren en het vergroten van wiskundig inzicht door het leren van verschillende perspectieven te bevorderen. Mijn kennis over de vakdidactische mogelijkheden van een docent waren nog niet zo groot als nu. Ik wilde wiskunde leuk maken en leerlingen enthousiasmeren over wiskunde. Ik wist nog niet goed welke vaardigheden een leerling bewust en onbewust, allemaal meekrijgt tijdens zijn schoolperiode.

Tijdens de opleiding

Gedurende de opleiding kom je erachter dat er een hoop vaardigheden ontwikkeld worden door wiskunde. In het pamflet staan een paar van de 21e eeuwse vaardigheden. Er zijn 11 vaardigheden en drie daarvan heb ik in het pamflet benoemd hoe ik deze toepas in mijn lessen (bijlage 21e eeuwse vaardigheden) We leiden leerlingen op om zich zelfstandig te redden in de maatschappij en om dat te bewerkstelligen is het voor leerlingen interessanter als ze weten waarvoor ze wiskunde nodig hebben. In de lessen probeer ik zoveel mogelijk de wiskundetheorie te koppelen aan de maatschappij. Als het lukt probeer ik leerlingen te laten werken aan het oplossen van levensechte problemen met een wiskundig aspect Faes et at (2017).

In het boekverslag, waar ik feedback op heb gehad, komen voorbeelden terug welke je in de les kunt toepassen. Naast het voorbeeld in de feedback staat er ook een leuk raadsel in over de rijstkorrel en het schaakbord waar de kracht van een kwadratisch verband wordt uitgelegd (bijlage boekverslag en feedback).

Het belang van wiskunde is het probleem oplossend vermogen van leerlingen ontwikkelen, maar daarnaast zijn ook vaardigheden zoals verbanden leggen, samenwerken en logisch nadenken belangrijk. Paul Drijvers benoemt het probleem oplossend vermogen als een kwaliteit waar leerlingen de rest van hun leven profijt van hebben. Biesta noemt het een onderdeel van zijn kwalificatie. Eén van de drie pijlers van het onderwijs volgens Biesta (2018). Door leerlingen deze vaardigheden aan te leren hoop je dat ze kritisch gaan kijken naar informatie die ze krijgen vanuit de maatschappij. In een les over statistiek kon ik het kritisch denken van de leerlingen testen met een grafiek. Deze ging over het stelen van fietsen en was geplaatst door de gemeente. Deze gaf aan dat het aantal gestolen fietsen drastisch was afgenomen door de maatregelen van de gemeente. De gemeente had zo ingezoomd op de grafiek zodat het leek op een enorme afname. Maar als je de zaagtand eruit haalde en de stapgrootte naar duizend bracht, kon je zien dat er maar en kleine afname van het aantal gestolen fietsen was. Dit is een voorbeeld van het manipuleren van een grafiek of tabel om misleidende informatie te verspreiden. In andere lessen hebben we het gehad over verkiezingen in ons eigen land en die in Amerika.

Bij professioneel profiel hadden we een mooie dialoog over onze visie van toetsen. Wat is het belang van summatief toetsen ten opzichte van formatief toetsen. Wij kwamen tot ons oordeel dat leerlingen niet gemotiveerd zijn als er geen cijfer aan de toets hangt. Wel kun je kijken om meer onderdelen samen te voegen zodat je minder toetsen hebt per jaar (bijlage Professioneel dialoog en feedback). Tussentijds kun je formatieve toetsen geven welke bijdragen aan het beklijven van de leerstof. Formatief toetsen is een proces welke de leerlingen helpt hun eigen leerproces te begrijpen en te verbeteren (Wiliam & Leahy, 2015).  

Feedback

De feedback die ik kreeg over het formatieve toetsen vereiste een aanvulling. De formatieve opdracht was niet gekoppeld aan de toets maar meer een  formatieve werkvorm. Ik ben me bewust dat de formatieve opdracht over de geanalyseerde toets moest gaan en heb een opdracht gemaakt over de geanalyseerde toets. De opdracht wordt aan het begin van de les gegeven. De antwoorden geven de leerlingen aan mij door via Lessonup. Hier zijn de leerlingen de meeste lessen op ingelogd en de antwoorden van elke individuele leerling worden opgeslagen en bewaard. Voor mij is dit belangrijke informatie om te bekijken welke leerdoelen er behaald zijn en welke leerdoelen om extra aandacht vragen (bijlage Helling en tangens opdracht). Vanuit deze opdracht kan ik beoordelen of de leerlingen snappen welke zijden ze moeten gebruiken bij het berekenen van de tangens, de hellingshoek kunnen berekenen, leerlingen de tangens gebruiken in een praktische situatie en Pythagoras kunnen toepassen. Pythagoras komt vaak terug in wiskundige opdrachten en examens, dit is altijd goed om te herhalen voor leerlingen op het middelbaar onderwijs.

De feedback op de toetsanalyse was voldoende. De onderdelen voor een gedegen toetsanalyse waren aanwezig. De toets is geanalyseerd op niveau/moeilijkheid en ook de validiteit en betrouwbaarheid zitten erin. Naast weten dat, weten hoe en weten waarom is het niveau ook op RTTI ingeschaald.

Toekomst

In de toekomst wil ik de leerlingen die ik in mijn klas krijg nog meer enthousiasmeren door wiskunde uit te leggen op een manier welke hun belevingswereld raakt. Ze uitleggen welk belang wiskunde heeft in de maatschappij en dat koppelen aan voorbeelden uit de maatschappij. Techniek leerlingen meer praktische opdrachten laten maken welke een wiskundige ondergrond hebben. Havo/vwo leerlingen meekrijgen in de algebra zodat er meer leerlingen wiskunde B kiezen in hun profiel. De meeste leerlingen kiezen voor wiskunde A omdat dit als makkelijker wordt ervaren.